De ‘PERFECTIONISTEN PARADOX’ in de Advocatuur: Hoe het streven naar zekerheid juist onzekerheid en stress vergroot.
- Frank Bergkamp
- 4 aug
- 6 minuten om te lezen
Inleiding
Advocaten zijn perfectionisten, alhoewel……
“Het Nieuwe BW?! Nee hoor, daar doe ik niet meer aan mee!” Het is 1 januari 1992 en de oudste collega in het Arrondissement, mr. Van R. maakt duidelijk dat hij er niet van gediend is. En dat kun je teruglezen in zijn stukken ook! Daarin wordt namelijk het BW nog consequent aangehaald, hoewel het dan inmiddels NBW is geworden. (“Je hebt toch Transponeringstabellen? Dan weet je wel wat ik bedoel!”) Lang heeft het BW van mr. Van R. in het NBW-tijdperk overigens niet standgehouden, kan ik mij herinneren, want kort daarna besloot mr. Van R. er definitief mee te stoppen en met pensioen te gaan.
Hoewel mr. Van R. een zeker aanzien genoot bij zijn beroepsgenoten, hij had immers het standaardarrest Picus/Smallingerland op zijn naam staan, kon je hem in die dagen in elk geval niet betrappen op perfectionisme. Misschien had het iets te maken met zijn vergevorderde leeftijd, wie weet. Maar atypisch gedrag was het wel. Voor een advocaat dan. Want, daar kun je niet omheen: advocaten zijn perfectionisten.
Iets mis mee? Nee hoor, integendeel. Het is immers een Kernkwaliteit die je als advocaat nu eenmaal goed kunt gebruiken. Het wordt pas een dingetje als je er last van hebt, van dat streven naar perfectie. Stress, uitstel gedrag, slapeloosheid, om maar wat te noemen.
Geen last van? Mooi, maar dan behoor je tot de minderheid. Uit recent onderzoek van The National Association for Law Placement (NALP) (*) blijkt namelijk dat heel veel advocaten wél geplaagd worden door, wat maladaptief perfectionisme wordt genoemd.
De ‘logica’ van perfectionisme
Voor veel advocaten dient perfectionisme nobele doelen: het leveren van hoge kwaliteit, het voorkomen van fouten, het beschermen van cliënten, het behouden van reputatie. Het is immers een vak waarin je geacht wordt altijd scherp te zijn, het juiste antwoord paraat te hebben en niets over het hoofd te zien. ‘Streven naar zekerheid’ lijkt de mantra te zijn.
Perfectionisme biedt daarbij een (schijn) houvast: als ik het perfect doe en geen fouten maak, kan niemand me iets maken. Als ik elk risico uitsluit, elke regel controleer, elk scenario anticipeer, dan ben ik veilig.
In deze logica zou perfectie de verzekering tegen mislukking of afwijzing moeten zijn. Alleen, perfectie is een illusie en risico’s kun je nu eenmaal niet uitsluiten.
Bovendien kent deze (niet perfecte) perfectionisme-logica ook een duistere keerzijde.
Van zekerheid naar onzekerheid
Het probleem met perfectionisme is dat het een onbereikbaar doel stelt. Absolute zekerheid bestaat niet, ook niet in de juridische werkelijkheid. Maar de perfectionist blijft niettemin zoeken. Elke onduidelijkheid wordt een bedreiging. Elke open norm een risico. Elk concept een bron van twijfel. Wat als ik iets over het hoofd zie? Wat als dit argument niet sterk genoeg is? Wat als de wederpartij met iets onverwachts komt?
In plaats van zekerheid te creëren, groeit de onzekerheid. Hoe meer je probeert elk detail te beheersen, hoe groter de angst dat er toch iets misgaat. De innerlijke lat schuift steeds verder omhoog. Het resultaat: piekeren, uitstelgedrag, stress en vermoeidheid. En ironisch genoeg: fouten, juist door overbelasting of tunnelvisie.
Perfectionisme als stressmotor
Uit het NALP-onderzoek (*) blijkt dat perfectionisme een belangrijke risicofactor is onder advocaten. Advocaten met maladaptieve perfectionistische neigingen ervaren significant meer werkdruk en hebben een verhoogd risico op mentale uitputting. Ze stellen zichzelf onrealistische eisen en vinden het moeilijk om tevreden te zijn met hun werk. Zelfs als een zaak succesvol is afgerond, kan het gevoel overheersen dat het beter had gekund.
Ook leidt perfectionisme vaak tot moeite met delegeren. De perfectionistische advocaat wil het liefst alles zelf doen, uit angst dat een collega of medewerker niet dezelfde kwaliteitsstandaard hanteert. Dit maakt het werk niet alleen zwaarder, maar belemmert ook de samenwerking en het vertrouwen binnen kantoor.
Daarnaast blokkeert perfectionisme het leerproces. Fouten maken is immers essentieel om te leren. Maar wie fouten ziet als falen, durft minder risico te nemen en stelt zich ook minder open voor feedback. Dit beperkt niet alleen de persoonlijke groei, maar ook de innovatie in het vak.
Perfectionisme bevordert dan ook een Fixed Mindset, een mentale instelling die ontwikkeling, nieuwsgierigheid en experimenteren om tot iets nieuws te komen, blokkeert.
De paradox ontmantelen: een andere benadering van vakmanschap.
Om de Perfectionisten Paradox te doorbreken, is een fundamentele verschuiving in denken nodig. In plaats van te streven naar foutloosheid, kunnen advocaten leren om te streven naar vakmanschap, waarbij ruimte is voor groei, reflectie en menselijke maat. Vakmanschap betekent niet dat alles perfect moet zijn, maar dat je zorgvuldig, betrokken en bewust handelt inclusief het omgaan met onzekerheid.
Een belangrijk element hierin is het ontwikkelen van tolerantie voor ambiguïteit. De juridische praktijk kent zelden absolute antwoorden. Leren omgaan met onzekerheid, het benoemen van risico’s in plaats van ze koste wat kost proberen uit te sluiten, en het erkennen van de grenzen van kennis en controle, kunnen helpen om rust te creëren.
Ook INTERVISIE en COACHING kunnen waardevol zijn. Door met collega’s in een veilige setting te reflecteren op dilemma’s, twijfels en werkwijzen, ontstaat ruimte om perfectionistische patronen te herkennen en te doorbreken. Het delen van onzekerheden blijkt vaak verrassend bevrijdend: anderen worstelen immers met dezelfde thema’s.
Het belang van mildheid en realisme
Tot slot is mildheid een kracht, geen zwakte. De advocaat die zichzelf toestaat mens te zijn inclusief fouten, twijfels en beperkingen ontwikkelt een gezonder professioneel zelfbeeld. Realisme in plaats van perfectionisme. Het besef dat goed soms goed genoeg is. Dat zorgvuldigheid niet hetzelfde is als controlezucht. En dat zekerheid nooit absoluut is, maar altijd voorlopig.
Tips om maladaptief perfectionisme aan te pakken:
1. Herken en benoem je perfectionisme:
Word je bewust van je gedachten: Wanneer is iets ‘goed genoeg’, en wanneer wil je het ‘perfect’ maken?
Stel jezelf vragen als: "Wat maakt dat dit nu zo perfect moet?" of "Wat gebeurt er als het niet 100% goed is?"
2. Stel realistische doelen:
Verlaag bewust je standaard bij minder belangrijke taken.
Gebruik het principe van ‘fit for purpose’: wat is voldoende kwaliteit gezien het doel?
3. Ga voor groei in plaats van foutloosheid (Growth Mindset!):
Zie fouten als kansen om te leren.
Oefen met zinnen als: “Ik mag fouten maken, daar leer ik van.” of “Dit is een tussenstap, geen eindresultaat.”
4. Plan ‘goed genoeg’-momenten in:
Spreek met jezelf af dat je na een bepaalde tijd/bepaald moment stopt met verbeteren.
5. Oefen met falen (ja, echt):
Doe iets opzettelijk niet-perfect (een e-mail zonder laatste check versturen, een presentatie geven zonder eindeloos oefenen).
Reflecteer daarna: “Wat gebeurde er écht?” versus “Wat vreesde ik?”
6. Wees mild voor jezelf:
Let op je innerlijke stem. Is die kritisch? Probeer die stem dan bewust vriendelijker te pareren, alsof je tegen een goede vriend praat.
Gebruik zelfcompassie-oefeningen of schrijf een brief aan jezelf vanuit een mild perspectief. (Dat voelt misschien een beetje vreemd, maar probeer het maar eens.)
7. Richt je op het proces, niet alleen op het resultaat:
Vier de inspanning die je levert, niet alleen perfectie.
Houd een dagboek bij waarin je noteert wat je geleerd hebt (van je fouten) in plaats van alleen maar wat ‘goed’ ging.
8. Zoek steun en feedback:
Praat met collega’s, vrienden of een coach (intervisie!) over je neiging tot perfectionisme.
Vraag om ‘goed genoeg’-feedback: “Wat zou jij als voldoende zien in deze situatie?”
9. Let op signalen van stress of uitputting:
Maladaptief perfectionisme gaat vaak samen met burn-outklachten.
Neem lichamelijke signalen serieus: vermoeidheid, gespannen spieren, slecht slapen.
10. Werk aan je onderliggende overtuigingen:
Veel perfectionisten hebben overtuigingen als: “Als ik niet perfect ben, ben ik niet goed genoeg.” Klopt zo’n overtuiging eigenlijk wel? Hoe kom je eraan? Is het gebaseerd op feiten?
Cognitieve gedragstherapie als de Rationeel Emotieve Therapie of de Acceptance and Commitment Therapy kan helpen om die overtuigingen losser te maken.
Tot slot: begin klein (‘baby steps’).
Verandering in perfectionisme vraagt oefening en geduld. Neem bijvoorbeeld één situatie per week waarin je bewust kiest voor een oefening: ‘goed genoeg’, ‘fit for purpose’, een oefening in falen of iets anders wat je aanspreekt. Hou bij wat het je oplevert. Vaak levert het je meer op dan je denkt, zoals rust, betere resultaten en meer zelfvertrouwen.
Conclusie
De Perfectionisten Paradox laat zien dat het streven naar zekerheid in de advocatuur juist tot onzekerheid en stress kan leiden. Wat begint als een nobel streven naar kwaliteit, kan omslaan in een belemmerende drang naar foutloosheid. Door perfectionisme te vervangen door vakmanschap, mildheid en het vermogen om met onzekerheid om te gaan, ontstaat een gezondere en effectievere beroepspraktijk. In een vak waar mensen centraal staan (cliënten, collega’s, de rechtbank én de advocaat zelf) is dat misschien wel het belangrijkste om na te nastreven.
Maladaptief perfectionisme is een cognitief gedragspatroon en dat betekent dat het veranderd/aangepast kan worden. Daar is wel wilskracht en doorzettingsvermogen voor nodig. Want het aanpakken van een patroon dat lange tijd is ingesleten, vraagt veel oefenen (met vallen en opstaan).
Mr. Hans de Boer
(Vanaf dit najaar start ik met NOvA intervisie begeleiding.)
(*)
Het onderzoek van The National Association for Law Placement naar de negatieve gevolgen van maladaptief perfectionisme bij advocaten is te downloaden via de site van NALP:

Opmerkingen