top of page

"De menselijke maat" Interview mr. Hans de Boer met mr. Marie-José Gilsing over Sociale en Psychologische Veiligheid op de juridische werkvloer

  • Frank Bergkamp
  • 10 apr
  • 5 minuten om te lezen

Marie-José, je hebt als advocaat een boek geschreven: “De menselijke maat”. Waar gaat jouw boek over?

Mijn boek gaat over medemenselijkheid in de advocatuur. Over de menselijke maat in de verhouding tussen advocaat en cliënt, in de verhouding tussen maatschap/leidinggevenden en medewerkers en tussen collega’s onderling.


Waarom heb je het boek geschreven?

De reden dat ik het boek heb geschreven is onder andere dat het werkklimaat binnen de advocatuur vaak als onveilig wordt ervaren. Dat heb ik zelf ook ervaren. Daarnaast geven cliënten aan dat ze zich vaak niet op hun gemak voelen bij hun advocaat. De verbinding die we met elkaar en met onze cliënten leggen vormt dus geen basis van veiligheid en vertrouwen, terwijl dat essentieel is voor een constructieve samenwerking. Ik vind dat we het aan onze cliënten verschuldigd zijn om meer in onze menselijke capaciteiten te investeren om toegankelijkere dienstverleners te zijn.


Welke ervaring heb jij met de thema’s ‘Psychologische veiligheid op de werkvloer’ en Sociale Veiligheid in de organisatie’?

Als advocaat ben ik begonnen op een middelgroot kantoor. Ik voelde me daar alleen en verloren en ik voelde me onzeker over mijn kwaliteiten als advocaat. De cultuur van “je groots voordoen” kopieerde ik om mijn onzekerheid te verbloemen, terwijl ik eigenlijk de behoefte voelde om over mijn onzekerheden te praten. Een jaar later ben ik vertrokken bij dit kantoor en overgestapt naar een kleiner kantoor. Dat voelde al wel iets beter, maar de sfeer was nog steeds niet fijn. Er was alleen maar aandacht voor het zo veel mogelijk behandelen van dossiers en het zo veel mogelijk behalen van omzet. Er was geen oprechte aandacht voor de medewerker, die dat zou moeten realiseren. Geen aandacht voor de vraag wat hij/zij nodig had om tot zijn recht te komen. Dat geeft een eenzaam gevoel. Ik heb mezelf als advocaat grootgebracht, met vallen en opstaan. Het was fijn geweest om daar meer steun bij te hebben mogen ervaren.


Waarom is juist die ‘menselijke maat’ voor jou zo belangrijk?

Met mijn boek wil ik andere advocaten door het delen van mijn verhaal een hart onder de riem steken. Veel advocaten herkennen zich namelijk in mijn verhaal. De burn-out cijfers onder advocaten, ook beginnende advocaten, is hoog. Tegelijkertijd geeft het boek input voor leidinggevenden wat ze zelf kunnen doen om de loyaliteit van hun medewerkers aan het kantoor te vergroten. Er is namelijk veel verloop onder medewerkers. Ik laat ze zien dat de verandering begint bij henzelf en niet bij de medewerkers. In mijn boek bied ik handvaten en inzichten om als mens, als advocaat en als leidinggevende beter tot je recht te komen. Dat komt uiteindelijk de samenwerking binnen het kantoor en met je cliënt ten goede.


Je geeft ook colleges aan studenten, hè? Waarom doe je dat?

Gastcolleges geef ik om studenten te bemoedigen op een eerlijke manier naar zichzelf te gaan kijken. Je niet te laten leiden door de buitenkant van de advocatuur en de verwachtingen van de buitenwereld, maar je te laten leiden door jezelf. Tijdens de colleges ontstaat er een sfeer van openhartigheid waardoor studenten openlijk hun twijfels durven uit te spreken over wat hen werkelijk drijft en de keuzes die ze hebben gemaakt of willen maken. In eerste instantie schrikken ze daarvan en tegelijkertijd voelt het als een bevrijding. Want ze zijn gewend om zich te gedragen “zoals het hoort”. Ze dragen de last van het niet zeker zijn van de gemaakte studiekeuze, de gekozen studierichting en hun toekomstambities vaak alleen en ontdekken door de colleges die ik geef dat studiegenoten met precies dezelfde issues dealen. Die ontdekking dat niet alleen zij daar last van hebben brengt al verlichting.


Ik las laatst een post van jou op LinkedIn: “De menselijke maat in de advocatuur is nog steeds ver te zoeken.” Wat bedoel je daarmee?

De cultuur binnen de advocatuur blijft erg hard en onveilig. Steeds meer komen verhalen naar buiten, die dat bevestigen. Onlangs was er op LinkedIn een post van een advocaat die het fenomeen binnen de advocatuur aan de orde stelde om collega’s en vakgenoten constant te bekritiseren. Het is veelzeggend hoeveel aandacht dit soort berichten krijgt.


Waarom lukt het denk je maar niet om die cultuur te veranderen?

Toch blijft veel hetzelfde. In mijn ogen komt dat door oude opvattingen over leidinggeven die overheersen, een strakke manier van top-down van leidinggeven met weinig tot geen ruimte voor oprechte belangstelling in de medewerkers. In veel kantoren worden medewerkers nog steeds als onderdeel van een productieapparaat gezien. Men ziet niet in of wil dat niet inzien dat begrip en invoelend vermogen juist de bindmiddelen zijn voor betere en loyalere werkrelaties. Er bestaat de angst dat medewerkers met je aan de haal gaan als je je als leidinggevende begripvol en empathisch opstelt. Alsof je ze de ruimte geeft om zich er te makkelijk van af te maken. Het tegenovergestelde is het geval als je meer oprecht belangstelling toont. Loyaliteit en wederkerigheid worden daardoor in positieve zin gevoed. Zodra mensen zich gezien en erkend voelen, voelen zij zich met het kantoor verbonden en zullen ze dat niet snel laten vallen of in de steek laten. Het is vaak ook onkunde, omdat de oude generatie zelf op de oude en strenge manier is grootgebracht en daarmee vertrouwd is. Men weet niet beter. Hoe op een ander aan te sluiten heeft men nooit (echt) geleerd.


Als je jouw collega’s, advocaten, een tip zou mogen geven, met betrekking tot die ‘menselijke maat’, welke zou dat dan zijn?

Mijn tip is “wat je geeft, krijg je terug”. Als je je warm en medemenselijk opstelt, zal je dat ook terugkrijgen. Je oogst wat je zaait. Als je jezelf niet constant de maat neemt, zal de behoefte om de ander de maat te nemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Met andere woorden, een investering in jezelf is per definitie een investering in de ander. Medemenselijkheid begint dus nooit bij de ander, maar altijd bij jezelf.


Wat vind je zo mooi aan het beroep van advocaat?

Het mooiste aan mijn beroep is het bieden van veiligheid aan mijn cliënten. Een juridisch conflict is ingrijpend en brengt in het merendeel van de gevallen veel spanning met zich mee. Daarom is het belangrijk om niet alleen maar aandacht te hebben voor de feiten, maar ook aandacht te hebben voor de cliënt. Wat is de impact van het conflict, hoe gaat hij/zij daar mee om, wat heeft hij/zij nodig en welke onderliggende waarden en belangen zijn geschonden. Cliënten het vertrouwen geven dat ze er niet alleen voor staan, maar kunnen terugvallen op iemand die echt met ze begaan is, geeft mij een groot gevoel van voldoening en dankbaarheid.

Wat wens je jouw beroepsgroep toe?

Meer medemenselijkheid en meer saamhorigheid.


Hans de Boer






Kommentare

Mit 0 von 5 Sternen bewertet.
Noch keine Ratings

Rating hinzufügen
bottom of page